Het bouwen van een Masjid boven een graf is ten strengste verboden. Het kan namelijk leiden tot shirk!!
Het eerste bewijs: het duidelijke bericht hierover, namelijk wat is overgeleverd in de ḥadīth van Umm Salamah – moge Allāh tevreden met haar zijn – toen zij de Profeet ﷺ vertelde over de kerk die zij in het land van Abessinië had gezien, waarin afbeeldingen en beelden waren. De Profeet ﷺ zei toen:
“Zij zijn degenen, wanneer een rechtschapen man onder hen stierf, dat zij boven zijn graf een moskee bouwden, en zij maakten daarin die beelden. Zij zijn de slechtste schepselen bij Allāh.” [Bukhari 427 & Muslim 1118]
Deze ḥadīth is een duidelijk bewijs voor het verbod om moskeeën te bouwen boven graven, en vele geleerden hebben deze betekenis zo uitgelegd. Al-Kūrānī al-Ḥanafī zegt: “Zij waren vervloekt, omdat zij moskeeën bouwen boven de graven van de rechtschapenen, en niet vanwege taswir (maken van beelden). Het bewijs datgene wat net is genoemd, aangezien de Joden en Christenen vervloekt zijn, omdat zij de graven als een masjid namen…” [Al-Kawthar Al-Jari 2/108].
Ibn Daqīq al-ʿĪd zegt: “Zijn uitspraak ﷺ: ‘Zij bouwden boven zijn graf een moskee’, is een aanwijzing voor het verbod hierop, en dit is ook duidelijk verwoord in een andere ḥadīth: ‘Moge Allāh de joden en christenen vervloeken, zij namen de graven van hun profeten als moskeeën.’ En in een andere overlevering: ‘O Allāh, maak mijn graf niet tot een afgod (wathan) die aanbeden wordt.’” [Ihkam Al-Ahkam 1/371] Een wathan is dat wat wordt aanbeden naast Allah. Dit kan dus ook een graf zijn en niet altijd een beeld, zoals vele Sufis denken.
Al-Qurṭubī zegt: “Onze geleerden hebben gezegd: Dit geeft aan dat het voor moslims verboden is om van de graven van profeten en geleerden moskeeën te maken.” [Al-Jami’ 10/380] En hij zei bij een andere plaats in de ḥadīth: “Dit geeft aan dat het maken van afbeeldingen in die tijd geoorloofd was, en dat deze wetgeving is afgeschaft door de wetgeving van de Profeet ﷺ.” [Al-Jami’ 13/272]
Daaruit blijkt dat hij het vervloeken beschouwt als een bewijs voor het verbod op het bouwen van moskeeën.
En Ibn Rajab zegt: “Deze ḥadīth wijst op het verbod om moskeeën te bouwen op de graven van de rechtschapenen, en om hun afbeeldingen daarin te maken zoals de christenen dat doen. Er is geen twijfel dat elk van deze zaken afzonderlijk verboden is: het afbeelden van mensen is op zichzelf verboden, en het bouwen van moskeeën op graven is op zichzelf verboden, zoals ook blijkt uit andere teksten waarin sommige daarvan vermeld worden” [Fath Al-Bari 3/203].