Alle lof is voor Allāh, wij prijzen Hem, zoeken Zijn hulp en Zijn vergeving. Wij zoeken toevlucht bij Allāh tegen de slechtheid van onze zielen en de slechtheid van onze daden. Degene die Allāh leidt, kan niet worden misleid en degene die Allāh doet dwalen, kan niet worden geleid. Ik getuig dat niemand het recht heeft op aanbidding in Waarheid, behalve Allāh en ik getuig dat Muhammad ﷺ Zijn dienaar en boodschapper is.
Aḥmad Musā Jibrīl is nu val vaak aan bod gekomen in verschillende artikelen. We zien dat hij Sayyid Quṭb een vroom persoon noemt, zie dit artikel. Ook prijst hij een ISIS woordvoerder en senior leider van ISIS. Ook beschuldigd hij Ahl Sunnah van irjāʾ en noemt ze Murjiʾah. Dit moeten alle alarmbellen zijn voor de oprechte onderzoeker.
Ook prijst hij Nāṣir Al-Fahd, en is hij een grote bewonderaar van hem. Hij werd gearresteerd in 2003 door de Saudische overheid en zit momenteel in de gevangenis. Aḥmad Musā Jibrīl pleit voor zijn vrijlating, zie hier en hier en hier. Hier vraagt hij dat we aandacht moeten vragen voor hem, en vertelt hij dat Nāṣir Al-Fahd onderdrukt wordt.
Uit de voorgaande artikelen, weten we nu het volgende van Aḥmad Musā Jibrīl. Hij spreekt positief over de volgende personen:
- Sayyid Qutb (beïnvloed door seculiere atheïstische Joden en andere Europese filosofen zoals Karl Marx, Vladimir Lenin, Alexis Carrel, Martin Heidegger, Friedrich Nietzsche): “Er is op dit moment geen enkel Islamitisch land op aarde”. “Moslims zijn vandaag de dag niet aanwezig”.
- Khālid Al-Rāshid: Beschuldigd van het financieren van terrorisme en terroristische activiteiten door: geld inzamelen, hulp verlenen en dergelijke activiteiten coördineren, en geld smokkelen op een onwettige manier, zonder toestemming van de leider, om strijdgroepen met verboden agenda’s buiten de jurisdictie te ondersteunen. Wordt ook beschuldigd van het aanzetten tot en het bieden van steun en voorbereiding aan buitenlandse jongeren om in Irak te vechten onder een banier anders dan die van de leider, en van het verbergen van hun relatie en betrokkenheid bij gewapende groepen en verdachte organisaties buiten het koninkrijk, waarvan sommigen openlijk hun betrokkenheid bij het gevecht in Irak hebben verklaard en hun verblijfplaats kennen, ze rekruteren en trainen, en ze op zelfmoordmissies sturen, terwijl ze blijven communiceren met hen en financiële steun en sabotage operaties bieden in sommige regio’s.
- Nāṣir Al-Fahd: Prijst en ondersteund Usāmah bin Lādin.
- Abū Muhammad Al-ʿAdnānī: een woordvoerder en senior leider van de Islamitische Staat.
Om terug te komen op Nāṣir Al-Fahd. Hij schreef op 6 januari 2004 een brief, genaamd “Al-Tarājiʿ ʿan Al-Tarājiʿ Al-Mazʿūm” (vertaalt als: Het intrekken van de vermeende intrekking).
Zo zegt hij in zijn introductie: “Ik schrijf deze woorden en verklaar voor haar dat ik ze schrijf, terwijl ik een graf heb gegraven in mijn cel, afscheid heb genomen van de wereld en alle banden tussen mij en haar heb verbroken”.
Dit is dus een brief vanuit de gevangenis, en een soort afscheidsbrief die hij vanuit zijn cel schrijft, vandaar de woorden: “terwijl ik een graf heb gegraven in mijn cel”.
Vervolgens gaat hij door met het opsommen van kwesties, maar dat is nu niet het punt van discussie. We zien vervolgens het volgende: “[Tiende kwestie] Ik verklaar dat ik de dappere Shaykh Usāmah bin Lādin steun, moge Allāh hem beschermen en over hem waken, en dat hij de neuzen van de onderdrukkers heeft gedwongen. Ik beschouw hem als een held van de islām. Wat betreft degenen die over hem spreken [op een slechte wijze] en zich afvragen wat er met de Ummah is gebeurd, dit is het pad van jihād, gevuld met lichamen, bloed, pijn, zweet en tranen. Daarom was zijn verdienste groot en was zijn lot gunstig”.
Dus Nāṣir Al-Fahd zegt eigenlijk: “Ik steun Usāmah bin Lāden, en zie hem als een held van de islām”. Het doden van onschuldigen mensen is volgens Nāṣir Al-Fahd “het pad van jihād, gevuld met lichamen, bloed, pijn, zweet en tranen” en vind zelfs dat de “verdienste groot” was en “zijn lot gunstig”.
Vervolgens zegt hij: “Wat nu over Shaykh bin Lāden wordt gezegd, is eerder gezegd over Shaykh Muḥammad bin ʿAbdul Wahhāb, moge Allāh hem genadig zijn”. Wat een grove leugen van deze Khārijī. Shaykh Al-Islam, Muḥammad bin ʿAbdul Wahhāb is niet eens te vergelijken met Usāmah Al-Khārijī Duivel.
Vervolgens zegt hij een aantal paragrafen verder: “Zo zal ook de oproep van Shaykh Usāmah bin Lāden, moge Allāh hem beschermen, blijven bestaan. Iedereen die het bestrijdt, zal, met de hulp en kracht van Allāh, verdwijnen”. Dus iedereen die tegen de Khārijī Duivel Usāmah is, zal verdwijnen door Allāh. Dit is een duidelijke leugen!
Het is vreemd dat dit soort mensen geprezen worden. Blijf weg Aḥmad Musā Jibrīl en de bovenstaande genoemde personen. Dit is het pad van de extremisten, waaronder ISIS en zij die hun voetsporen volgen. Voor meer informatie waarom Usāmah bin Lāden een gevaar is voor onze samenleving, zie dit artikel, en ook dit artikel.
Moge de vrede en zegeningen rusten op onze geliefde Profeet.
Geschreven door: Abū Ḥātim Yāsīn Al-Salafī